Nieuwtjes over COPD
Op deze pagina plaatsen we wekelijks nieuws over de ontwikkelingen rondom COPD.
nieuws 1 :
14-mei-2013
COPD-patiënten krijgen al in een vroege fase van de ziekte te maken met meer dan alleen maar longklachten. Dat blijkt uit onderzoek van Bram van den Borst. Hij promoveert vrijdag aan de Universiteit Maastricht.

Naast longklachten vermindert de hoeveelheid spiermassa, ook gaat de kwaliteit van spierweefsel achteruit en wordt vet op een gevaarlijke plek in het lichaam opgeslagen. Hierdoor is het risico op hart- en vaatziekten sterk verhoogd.
Het proefschrift van Van den Borst was voor het Longfonds mede aanleiding om 250.000 euro subsidie te verstrekken voor vervolgonderzoek naar effectieve behandelmethodes bij COPD. De onderzoeksresultaten vereisen een verandering van persoonlijke leefstijl die veel verder gaat dan alleen stoppen met roken.
Hart- en vaatziekten
COPD is een verzamelnaam voor de longaandoeningen chronische bronchitis en longemfyseem. In Nederland lijden zo'n 320.000 mensen aan COPD, wereldwijd zo'n 64 miljoen. De ziekte gaat gepaard met een verminderde longfunctie, kortademigheid en chronisch hoesten. De meeste patiënten met een milde vorm van COPD overlijden echter aan hart- en vaatziekten, en dus niet direct aan longfalen. Dat was aanleiding voor longarts in opleiding Bram van den Borst om te zoeken naar andere ziekteverschijnselen bij deze specifieke patiënten.
Zo onderzocht Van den Borst de spierontwikkeling bij patiënten met een milde vorm van COPD. Hij ontdekte onder andere dat de hoeveelheid spiermassa bij patiënten aanzienlijk lager was dan bij gezonde leeftijdsgenoten. Daarnaast was de kwaliteit van spieren ook nog eens sterk verminderd. Patiënten hebben te weinig spiervezels die nodig zijn voor duurinspanning, met als gevolg een sterk verminderd uithoudingsvermogen.
Deze patiënten bleken, naast deze spierproblemen, ook vetweefsel op de verkeerde plaats in het lichaam te ontwikkelen. Een verschijnsel dat normaliter voorkomt bij de ziekte obesitas. Vet stapelt zich dan op tussen de organen in de buik. Dit buikvet kan zorgen voor ontstekingsreacties die weer kunnen leiden tot diabetes en hart- en vaatziekten. Van den Borst nam dit echter ook waar bij COPD-patiënten zonder obesitas.
Leefstijl veranderen
Van den Borst licht toe dat het probleem veel breder is dan alleen roken: "Klachten van COPD in een vroege fase houden sterk verband met iemands leefstijl. Veel patiënten hebben minder lichaamsbeweging en hebben bovendien een ongezond voedingspatroon.Ik pleit er dan ook voor om de stoppen-met-roken-poli voor COPD-patiënten uit te breiden tot een leefstijl-interventie-poli. Patiënten met een milde vorm van COPD zijn namelijk nog wel in staat om een intensieve training te doen om spierontwikkeling en vetverdeling te verbeteren. Daarnaast kan het optimaliseren van het dieet een positieve invloed hebben. Met als gevolg dat hun risico op diabetes en hart- en vaatziekten kan worden verminderd."
Nieuws 2 :
Bron: UMCG
3 oktober 2013
Astmapatiënten reageren beter op ICS dan COPD-patiënten
Astmapatiënten reageren over het algemeen beter op behandeling met geïnhaleerde corticosteroïden (ICS) dan COPD-patiënten. Dit blijkt uit promotieonderzoek van Eef Telenga.
Telenga gaat in zijn proefschrift na hoe dat komt. Hij richtte zich daarvoor op de verschillende verschijningsvormen van beide ziekten.Telenga ging na hoe patiënten met verschillende typen astma en COPD reageren op een behandeling met ICS. Patiënten met de doorgaans door roken ontstane COPD reageren verhoudingsgewijs minder goed op ICS dan astmapatiënten.
Roken
Om de invloed van roken op de effectiviteit van deze medicijnen te onderzoeken, ging Telenga na of ook (ex-)rokers onder de astmapatiënten minder goed op ICS reageren. Dat bleek inderdaad het geval te zijn, waarbij de promovendus aantekent dat er alleen verschil bestaat op korte termijn. De lange termijn respons op de medicijnen bleek vergelijkbaar met die van astmapatiënten die nooit gerookt hebben.
Obstructieve longziekten
In het tweede deel van zijn proefschrift beschrijft de promovendus verschillende methodes om obstructieve longziekten te onderzoeken. Daarmee kunnen in de toekomst mogelijk nieuwe verschijningsvormen van astma en COPD geïdentificeerd worden.
Promotie
Eef Telenga promoveert 9 oktober op zijn proefschrift On Phenotyping in Asthma and COPD aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn promotor is prof.dr. D.S. Postma. Telenga heeft geneeskunde gestudeerd aan de Rijksuniversiteit Groningen en verricht zijn promotieonderzoek bij de afdeling Longziekten. Zijn onderzoek is gefinancierd door de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW). Telenga werkt als art-assistent in opleiding tot nucleair geneeskundige bij de afdeling Nucleaire Geneeskunde en Moleculaire Beeldvorming van het UMCG.
Nieuws 3 :
Dezelfde groep onderzoekers toonde eerder aan dat psoriasis niet uitsluitend een ziekte is van de huid en de gewrichten, maar dat ze ook systemische effecten heeft en tot chronische ontstekingsziekten kan leiden. Zo is bekend dat psoriasis een verhoogd risico op diabetes geeft. De nieuwe studie voegt daaraan toe dat systemische complicaties zoals retinopathie en neuropathie gecorreleerd blijken met de ernst van de psoriasis. Een verschijnsel dat goed verklaarbaar is, want zowel bij diabetes als psoriasis komen TH-1-cytokinen vrij die zowel inflammatie als insulineresistentie bevorderen.
Patiënten met psoriasis lopen een grote kans op andere ziekten. Hoe ernstiger de psoriasis – dat wil zeggen hoe meer huid is aangetast – hoe groter de kans op andere aandoeningen. Dat blijkt uit onderzoek van Howa Yeung e.a. gepubliceerd in JAMA Dermatology.

De onderzoekers vonden verbanden tussen de ernst van psoriasis en de kans op één of meer andere ziekten, waaronder COPD, diabetes, milde leveraandoeningen, myocardinfarct, perifeer vaatlijden, nierziekten en (andere) reumatische aandoeningen. Overigens bevestigen ze daarmee de uitkomst van eerdere epidemiologische studies.
Nieuws 4 :
Hilberink promoveert op 1 juli 2013 met zijn proefschrift ‘Smoking cessation support for COPD patients in general practice'.
Het is tobben met de rokende patiënt met COPD, zo laat het promotieonderzoek van Sander Hilberink zien. Stoppen lukt maar een paar procent van deze mensen, maar een speciaal protocol kan het percentage verdubbelen.
Klinisch psycholoog Hilberink onderzocht een stopprotocol speciaal voor COPD-patiënten in de huisartsenpraktijk. Het protocol heeft de naam SMOking Cessation in COPD, kortweg SMOCC, en bestaat uit drie consulten bij de huisarts, gebruik van van bupropion en/of nicotinevervangers en telefonische begeleiding door de praktijkassistente. Het protocol houdt rekening met de motivatie van de patiënt.
In totaal namen 68 huisartspraktijken met 667 rokers met COPD deel aan de effectiviteitsstudie van een jaar. Na twaalf maanden zei 14,5 procent van de deelnemers die het protocol volgden gestopt te zijn. Zonder protocol wist 7,4 procent te stoppen. De ex-rokers werden niet op hun woord geloofd, en een urinetest liet zien dat dat terecht was: de helft van beide groepen bleek weer te roken.
Een deel van de huisartsen was teleurgesteld in de effectiviteit van het protocol. ‘Het SMOCC-protocol kan gebruikt worden voor rokers met COPD in de huisartspraktijk, maar de verwachtingen moeten bescheiden zijn’, aldus de promovendus.
Maak jouw eigen website met JouwWeb