COPD

Verpleegproblemen:

·         Inspanningstolerantie – Max.inspanningsvermogen

P: inspanningstolerantie is erg laag

E: niet optimale werking van de longblaasjes

S: benauwdheid, vermoeidheid

Doel: meer acceptabele benauwdheid, vermoeidheid

Interventie:  de tijd nemen voor de patiënt, fysio-/ergotherapie  inschakelen(ademhalingstherapie)

Evaluatie: Eens in de 2 weken een evaluatie met de disciplines

·         Kennis te kort

P: niet wetende hoe je met de ziekte omgaat

E: te weinig voorlichting/informatie van de verpleging

S: verkeerde keuzes, overbelasting, mogelijke complicaties die kunnen optreden.

Doel:  Informatie verschaffen aan de patiënt

Interventie: Een consult van een longverpleegkundige aanvragen

Evaluatie: 1x in de week evaluatie

·         Inadequate lichaamssamenstelling- niet passende lichaamssamenstelling

P: verhoudingen binnen het lichaam zijn niet kloppend.( Lengte-gewicht)

E: ongezonde levensstijl, weinig bewegen

S:  overgewicht, benauwdheid, vermoeidheid, ondergewicht

Doel: zorgen voor een goede balans tussen gewicht en lengte

Interventie: Diëtiste en fysiotherapeut inzetten

Evaluatie:  Eens in de 2 weken een evaluatie met de 2 disciplines.

·         Angst bij kortademigheid

P: onwetendheid van de ziekte, psyche

E:  te weinig voorlichting en kennis

S: (opwekken) hyperventilatie, verering van de situatie

Doel: patiënt meer kennis verschaffen en geruststellen

Interventie: psycholoog, longverpleegkundige voor inlichtingen

Evaluatie: 1x in de week een evaluatie met alle disciplines bij elkaar

·         Verstoord zelfbeeld

P:  hoe je over jezelf denkt

E: invloed van omgeving/eigen denkwijze

S: automutilatie, negatief zelfbeeld, verwaarlozing, ( ergste geval: depressie)

Doel: zorgen voor een positief zelfbeeld

Interventie: psycholoog/ psychiater

Evaluatie: 1x in de maand een evaluatie

·         Roken als beslisconflict

P:  patiënt ziet de gevolgen van de verslaving niet in

E: verslaving nicotine

S: verergering COPD, verslechtering longen/longfunctie

Doel: zorgen dat de patiënt stopt met roken

Interventie: stopmetrokencoach, longverpleegkundige

Evaluatie: 1 keer in de 2 weken een evaluatie

·         Inadequate ademhalingstechniek- niet passende ademhalingstechniek

P:  geen goede ademhalingstechniek

E:  kennis te kort

S: meer kans op hyperventilatie

Doel: zorgen voor een goede ademhalingstechniek

Interventie: fysiotherapeut inschakelen

Evaluatie:  1x in de 2 weken een evaluatie

11 gezondheidspatronen

·         1: Gezondheidsbeleving en instandhouding: roken als beslisconflict

·         2: Voeding/ stofwisselingspatroon: inadequate lichaamssamenstelling

·         3: Uitscheidingpatroon

·         4: Activiteitenpatroon: Inspanningstoleratie, inadequate lichaamssamenstelling, inadequate ademhalingstechniek

·         5: Slaap/rustpatroon

·         6: Waarneming/cognitiepatroon: Kennis te kort

·         7: Zelfbelevingspatroon: Verstoord zelfbeeld, angst bij kortademigheid

·         8: Rollen/relatiepatroon

·         9: Seksualiteit/ voortplantingspatroon

·         10: Stresverwerkingspatroon

·         11: Waarden/overtuigingspatroon